Joshua zegt hierover: ‘Een multidisciplinair team is natuurlijk essentieel voor een sterk programma. CRO is een super veelzijdig vak. Voor een succesvol experimenteerprogramma is het nodig om de juiste expertises aan tafel hebben. Webanalyse, psychologie, UX-design en ook copy zijn wat mij betreft onmisbaar als je het groter wil aanpakken. Omdat we zelf die kennis misten, zochten we de samenwerking met bureaus. We werken al een paar jaar met Online Dialogue en dat heeft ons geen windeieren gelegd. Zij zijn erg sterk in data (science) en psychologie en wij hadden behoefte aan een duidelijke visie en werkwijze om de organisatie mee te krijgen.
Ervaring leert dat een goed CRO-programma begint bij iemand die gepassioneerd is over CRO of validatiegedreven werken. Een ambassadeur die de data induikt, mensen mee weet te nemen in de problemen van de klant en durft te twijfelen aan de huidige gang van zaken.Wat betreft de middelen zie je in programma’s toch vaak focus ontstaan rondom een paar tools of databronnen en wordt er zodanig geïnvesteerd. Ik denk dat de keuze onder andere afhankelijk is van de ontwikkelmodus van je programma of organisatie. Wil je sneller innoveren, dan zul je waarschijnlijk vaker prototyping en UX-onderzoeken doen. Zit je meer op echte optimalisaties dan blijf je waarschijnlijk dichter bij webanalyse en andere kwantitatieve tools.’
Van experimenteren naar validatiecultuur
Tijdens de samenwerking met Online Dialogue is de werkwijze en visie voor een succesvol experimenteerprogramma geformuleerd en uitgedragen. Hoe ga je dan naar de volgende stap en creëer je een validatiecultuur? ‘DPG heeft valideren al meer dan omarmd. Ik zie vaak collega’s buiten ons team met experimentvoorstellen komen of opzetten, wat mij zegt dat de waarde ervan wordt ingezien. Validatiecultuur vind ik een lastig begrip – de meningen zijn ook aardig over verdeeld wat het behelst – maar ik zie bijvoorbeeld dat we nog zelden zaken live zetten zonder validatie en dat daar ook een sociale controle op is door collega’s. Dat is al heel wat als je het mij vraagt!’
‘We willen collega’s en management deelgenoot maken van het validatieproces op een manier die aansluit bij hun doelstellingen. Daarbij hebben we ons vooral gericht op mensen die ontvankelijk waren voor experimentation en niet te veel tijd besteed aan collega’s die minder enthousiast waren. Ik had daarbij geluk te werken in een vrij platte organisatie, een directeur die experimenten interessant vond en dat ik in Niels Rewinkel een eerste teamgenoot had waarmee ik erg complementair was qua karakter en vaardigheden.’ [Niels Rewinkel was programmamanager Experimentation bij DPG Media, sinds 2022 werkzaam als DPG Businessmanager SHOPS en Marketing Posities, red.]
‘Daarnaast is mijn doel altijd geweest om onze experimenten en programma’s te vatten in business-waarde, vooral via business cases. Je hebt een budget te verantwoorden, dan moet daar ook waarde uit worden gehaald – of op zijn minst worden verteld hoeveel er is bespaard door slechte keuzes niet te maken. Anders gaan die euro’s de volgende keer naar een campagne waarvan de ROI wel meteen duidelijk is.’
Testen om het testen
De groei naar validatiecultuur ging niet zonder slag of stoot. Want een cultuurverandering is soms heel ongrijpbaar. De grootste uitdaging is wel geweest om collega’s mee te krijgen en tegelijkertijd focus te houden op waarom je het eigenlijk doet: een duurzame validatiegedreven werkwijze neerzetten. ‘Het is lastig uit te leggen waarom je zoveel zaken wil valideren. “Dit is testen om het testen” heb ik weleens als verwijt gekregen. Dat kun je alleen maar jezelf aanrekenen – want dan heb je wat mij betreft geen goed verhaal overgebracht waarom valideren vrijwel altijd de betere optie is. Daarin is ondersteuning vanuit Online Dialogue waardevol geweest, in de vorm van workshops en dagelijkse ondersteuning waarmee het verhaal van validatie ineens verschillende gezichten kreeg. Ook moet je jezelf een spiegel voorleggen. In het begin liep ik vast in m’n eigen tunnelvisie en ‘t idee dat iedereen belangrijk vindt wat wij als CRO-specialist belangrijk vinden. Ik begrijp inmiddels dat er voor veel collega’s meer is dat ze willen halen uit hun werk dan alleen uplift of een mooie business case. Ik heb me beter leren verplaatsen in anderen om te bepalen wat zij uit experimentation kunnen halen en ik geloof dat we daar best goed op weg zijn.’